“Woow! Zo snel!” Toeschouwers staan vaak versteld van de hoge snelheid tijdens skeelerwedstrijden. En dat is precies waar het om gaat bij het skeeleren: op skeelers (inlineskates met vier wielen op een rijtje) zo snel mogelijk rijden om als eerste over de streep te komen. Toppers als Bart Swings en Sandrine Tas halen makkelijk 40 km per uur en meer. Een marathon wordt in een uurtje afgehandeld!
Het skeeleren kent verschillende soorten koersen, van kort tot lang. De 100, 200 en 300 m duren slechts enkele seconden. Bij de 500 en 1000 m komt al wat tactiek kijken, meer nog bij de puntenkoers over 10 km. De 20 km afvallingskoers is een ware slijtageslag, de marathon over 42 km vergt heel wat uithouding. Skeeleren spreekt dus zowel de fysieke als mentale kwaliteiten van de sporter aan.
Tot de jaren ’90 werd er wereldwijd (en dus ook in België) op rolschaatsen (quads) aan snelschaatsen gedaan. Maar dan doken de inlineskates op, met de wieltjes op één lijn. Het op één lijn plaatsen van de wieltjes zorgde voor hogere snelheden. En zoals in vele ander sporten waar snelheid van belang is, is ook hier de technologische evolutie opmerkelijk: in het begin had de skeeler vijf wieltjes, maar door de steeds grotere wieltjes evolueerde dat naar 4 wieltjes van 110 mm diameter en zelfs naar 3 wielen van 125 mm.
Skeeleren is een lifetimesport.
Van jong tot oud, iedereen kan op zijn niveau de strijd aangaan met zijn leeftijdsgenoten. Zo worden er reeds wedstrijdjes georganiseerd voor 6-jarigen, uiteraard met aangepaste afstanden. Wie zich niet (meer) met het topniveau van de seniores wil meten kan de sport blijven beoefenen als liefhebber. Skeeleren is dus voor jong en oud de perfecte manier om zich te meten met zijn leeftijdsgenoten.
Ga gerust eens proeven in één van onze skeelerclubs!